Een rokerig zaakje
Duizenden jaren geleden was langeafstandscommunicatie een geval van leven of dood, misschien nog wel meer dan vandaag de dag. Omdat er constante dreiging was ontwikkelde de mensheid allerlei visuele communicatiesystemen, zogenaamde semaforen. Deze systemen maakten gebruik van rook, licht, vlaggen, of wat er dan ook over een lange afstand goed zichtbaar was. Van de inheemse volkeren in Noord-Amerika tot de oude Grieken, overal gebruikten mensen rookpluimen om eenvoudige boodschappen over te brengen en vooral om te waarschuwen voor gevaar. Vandaag de dag worden rooksignalen nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld wanneer er witte rook uit de schoorsteen bovenop de Sixtijnse Kapel komt om aan te geven dat er een nieuwe paus is gekozen.
Hoewel rooksignalen praktisch waren, konden ze maar een beperkt aantal boodschappen overbrengen. Daarom ontwikkelden mensen verschillende semaforische alfabetten. Met vlaggensemafoor kun je bijvoorbeeld letters uitbeelden door de vlaggen volgens een specifiek patroon te zwaaien. Daardoor kun je elke willekeurige boodschap ermee overbrengen. Frankrijk was het eerste land dat een grootschalig semafoornetwerk aanlegde dat Parijs met Amsterdam verbond en gebruikt werd tijdens de napoleontische oorlogen. Ironisch genoeg zijn de semafoorsignalen die op het slagveld gebruikt werden nu symbolen voor de vrede geworden. Het universeel gebruikte vredessymbool is een grafische weergave van de semafoorletters N en D, wat staat voor ‘nuclear disarmament’ (nucleaire ontwapening).
Behalve visuele methoden voor langeafstandscommunicatie hebben mensen door de geschiedenis heen ook manieren ontwikkeld om lange afstanden te overbruggen met geluiden die verder reikten dan de menselijke stem. Bellen, hoorns, fluiten en trommels zijn daar slechts een paar voorbeelden van. Hoorns waren bijvoorbeeld een cruciaal middel om aanvallen op het slagveld door te geven in het Romeinse leger, maar werden ook door postbodes gebruikt om hun komst aan te kondigen in dorpen. Vandaag de dag zijn er nog enkele overblijfselen van deze vorm van communicatie, vooral voor ceremoniële doeleinden en bevatten de logo’s van de nationale postbedrijven in veel landen een hoorn. In tegenstelling tot semafoorsystemen stapten geluidsystemen niet meteen over op het gebruik van een alfabet. In plaats daarvan werden trommels en fluiten gebruikt om taal zelf te imiteren (lees meer over trommel- en fluittalen in deze blog en deze blog).
SOS!
Visuele en auditieve signalen konden berichten overbrengen van dorp tot dorp en zo afstanden van honderden kilometers afleggen in slechts een paar uur. Deze systemen waren daardoor veel sneller dan ruiters of postduiven. Maar ze hadden ook een groot nadeel; ze werden beperkt door het landschap en het weer. In dichte bossen, hoge bergen, en tijdens onweer was het moeilijk om rooksignalen te zien of trommels te horen. Om stabielere communicatie mogelijk te maken werd er aan het begin van de negentiende eeuw een ander systeem ontworpen: de elektrische telegraaf.
De telegraaf maakte gebruik van stroomstoten om berichten over een draad te verzenden en verving uiteindelijk de meeste systemen voor langeafstandscommunicatie. Door het gebruik van een gestandaardiseerde code, de morse code, werden de elektrische signalen omgezet in stipjes en streepjes, die voor verschillende letterreeksen stonden. Het internationale noodsignaal SOS bestaat bijvoorbeeld uit de morse code reeks (. . . – – – . . .). De elektrische telegraaf maakte communicatie sneller en efficiënter, en het had ook een ander belangrijk voordeel: privacy. Maar ook de telegraaf werd op den duur vervangen door voortschrijdende technologieën. Eerst kwamen de telefoon, de radio, en de televisie; en nu hebben we mobiele telefoons en het internet, die een geheel nieuwe manier van internationale communicatie hebben mogelijk gemaakt.
Op naar de toekomst… en daar voorbij?
De afgelopen eeuw hebben we gigantische technologische sprongen gemaakt in een relatief korte tijd, gezien vanuit de evolutie. Als we op deze snelheid door gaan, zullen smartphones binnenkort misschien tentoongesteld worden als curiosa in musea. Wat zullen moderne technologie en wetenschappelijke ontwikkelingen ons brengen in de volgende decennia? Neem bijvoorbeeld brain-to-brain-systemen, een technologie die het mogelijk maakt om hersenactiviteit direct over te brengen. Hoewel deze techniek nog in de kinderschoenen staat, heeft het de potentie om de manier waarop we communiceren in de toekomst radicaal te veranderen (of we dat moeten willen of niet wordt besproken in dit essay). Als Tolkiens fantasieën uitkomen, zijn we op een bepaald moment misschien zelfs in staat tot (synthetische) telepathische communicatie, net als de ósanwe tussen Galadriel en Elrond…
Bronnen en verder lezen
- Dilhac, J-D. (2001). The Telegraph of Claude Chappe: An optical telecommunication network for the 18th century. IEEE Conference on the History of Telecommunications.
- Gleick, J. (2011). The information: A history, a theory, a flood. Pantheon: Random House.
- Grau, C. et al (2014). Conscious brain-to-brain communication in humans using non-invasive technologies. PLOS ONE 9, 1–6.
- Holzmann, G.J, & Pehrson, B. (1994). The Early History of Data Networks. Wiley.
- Huurdeman, A. A. (2003). The Worldwide History of Telecommunications. Wiley.
- Jiang, L. et al. (2019). BrainNet: A Multi-Person Brain-to-Brain Interface for Direct Collaboration Between Brains. Sci Rep 9, 6115.
Schrijver: Hatice Zora
Redacteur: Sophie Slaats, Eva Poort
Nederlandse vertaling: Lynn Eekhof
Duitse vertaling: Barbara Molz