Wat ik tijdens de COVID-19-lockdown geleerd heb over taalontwikkeling – Deel 3: Tweetaligheid is wat je ervan maakt
Oh, de lockdowns… Gelukkig was de laatste lockdown alweer meer dan een jaar geleden (op
Oh, de lockdowns… Gelukkig was de laatste lockdown alweer meer dan een jaar geleden (op
Stel je voor dat je alleen je eigen moedertaal spreekt. Je zit opgesloten in een ruimte met, laten we zeggen, alleen een Chinees boek, een Chinees woordenboek en een aantal regels die zijn opgesteld in je eigen taal. Door die regels toe te passen lukt het je om de Chinese woorden in het woordenboek aan het boek te koppelen aan de hand van de vorm van de karakters waaruit de woorden bestaan. Je leert deze reeksen van Chinese symbolen zo goed te bewerken dat het bijna lijkt alsof je een moedertaalspreker van het Chinees bent, die echt begrijpt wat deze Chinese woorden en zinnen betekenen. Maar, het enige dat je doet is de symbolen gebruiken zonder echt te weten wat ze betekenen. Is dat niet precies hoe de kunstmatige geest van een computer zich ook gedraagt?
Het is het jaar 2049. We bestaan nu naast kunstmatige intelligentie. Mensachtige agents zijn volledig geïntegreerd in onze samenleving en werken in gewone banen. Ze gedragen zich als mensen en zien er volledig uit als mensen. De humanoids kunnen alle uiterlijke signalen die we aan bewustzijn koppelen imiteren en lijken volledig zelfbewust. Ze gedragen zich net zoals de humanoids in de dystopische film ‘Blade Runner’, geïnspireerd op het boek “Do Androids Dream of Electric Sheep?” (Dromen androids van elektrische schapen?) van Philip K. Dick, of zoals in de meer recentelijke tv-serie ‘Westworld’. In andere woorden: we hebben een punt bereikt in de tijd waarop technologische groei oncontroleerbaar en onomkeerbaar wordt, resulterend in onvoorzienbare veranderingen in de menselijke beschaving.
Taalbeleid is een structureel onderdeel van koloniale overheersing omdat het de culturele identiteit van de onderworpen bevolkingsgroepen ondermijnt. Ik zal hier de wisselvallige relatie tussen taal en imperialisme bespreken, met speciale aandacht voor het Nederlandse situatie. Een verhaal van taal, macht en ongelijkheid.
Het weer. Ja, ik weet het, het weer: waar we met zijn allen misschien wel het meest over klagen en ook een typisch onderwerp voor bij de koffieautomaat. In elke talencursus die ik ooit gevolgd heb, zaten woorden en zinnen over weersverschijnselen bij de eerste thema’s. Sprekers van alle talen uit de hele wereld praten er graag over en zullen daar, gezien het recente VN-klimaatrapport, ook niet snel mee stoppen, lijkt me. Toch praten we niet allemaal op dezelfde manier over het weer.