Het vergeten van taal

/

Taal is een vorm van menselijke communicatie die in de loop der jaren wordt geleerd. Het vermogen om taal te produceren is meer dan alleen het begrijpen en gebruiken van woorden. Taal is gestructureerd, wat betekent dat mensen leren hoe ze woorden in zinnen kunnen rangschikken met behulp van grammaticale regels. Eenmaal geleerd lijkt het gebruiken van taal moeiteloos te gaan. Maar kan zo’n complex systeem als taal ook vergeten worden?

Het vergeten van taal, of taalverlies (Engels: language attrition), is een complex onderwerp om te bestuderen, omdat het vele vormen kan aannemen. De sprekers kunnen verschillende aspecten van een taal vergeten, zoals de woorden, de grammatica of de juiste uitspraak. Deze verschillende soorten verlies kunnen resulteren in allerlei fouten, zoals als het mengen van woorden uit verschillende talen (Geef me alstublieft het “soľ” [zout in het Slowaaks]), het gebruiken van grammaticale structuren uit een andere taal, zoals het Slowaaks (Wat heb je op het bord?), of gewoon het gebruiken van een grappig, nieuw verworven accent. Elke spreker verwerft waarschijnlijk een uniek patroon van fouten die gepaard gaan met het proces van hun taalverlies . Welke sprekers ervaren gewoonlijk taalverlies?

Taalverlies bij kinderen
Als je in een meertalig huishouden leeft, gaat het leren van talen hand in hand met het vergeten hiervan. Toch lijkt taalverlies verschillend te verlopen bij mij, mijn man en mijn driejarige dochter. Mijn dochter leert momenteel Engels, Slowaaks en Nederlands. Ze heeft nu periodes waarin ze de ene taal sterk verkiest boven de andere. In een van deze periodes spraken zij en ik een aantal weken niet meer regelmatig Slowaaks. Ik schrok nogal toen ze tijdens het daaropvolgende bezoek aan Slowakije problemen had met simpele woorden, zoals kleuren, terwijl ze een paar weken terug nog in volledige zinnen kon communiceren. Gelukkig heb ik niet zo’n verlies van mijn eigen Slowaaks waargenomen. Dus hoe komt het dat kinderen vatbaarder zijn voor taalverlies dan volwassenen? Kunnen kinderen een pauze nemen van het oefenen van een taal zonder onmiddellijke achteruitgang te zien? En als zij wel achteruitgaan, hoe snel kunnen ze de verloren taalvaardigheden dan weer herstellen?

Onderzoekers lijken het erover eens te zijn dat kinderen vatbaarder zijn voor taalverlies in hun vroege kinderjaren. In een studie werden acht volwassenen onderzocht die vóór hun achtste levensjaar geadopteerd waren en van Korea naar Frankrijk waren verhuisd. De geadopteerde proefpersonen waren niet beter in het herkennen van Koreaanse zinnen dan proefpersonen zonder enige ervaring met het Koreaans. Ook vertoonden ze geen andere hersenactiviteit bij het luisteren naar Koreaanse zinnen. Met andere woorden, de geadopteerde proefpersonen konden zich geen Koreaans herinneren. Dit soort vroege blootstelling kan echter gunstig zijn om de taal later in het leven opnieuw te leren. Een andere groep Koreaanse geadopteerden nam deel aan Koreaanse taallessen, nadat ze hun contact met Korea waren verloren. Hun taalvaardigheden werden vergeleken met gevorderde Koreaanse tweedetaalsprekers . De tweedetaalleerders waren beter in het maken van grammaticale beoordelingen. Sommige geadopteerden waren echter beter in het onderscheiden van Koreaanse klanken, die erom bekend staan dat ze lastig te leren zijn. Hoewel het dus lijkt alsof taal makkelijk vergeten wordt in de kindertijd, kunnen sommige aspecten later in het leven opnieuw worden geactiveerd. Al met al betekent dit dat het nog vele jaren zal duren voordat ik mijn dochter een pauze kan geven van het oefenen van het Slowaaks, hoewel ze bepaalde aspecten wellicht nooit zal vergeten.

Een mogelijke verklaring voor waarom kinderen taalkennis makkelijk vergeten, is omdat ze nog steeds in de zogenaamde “gevoelige periode” zitten. Dit is een periode in de vroege kinderjaren waarin taalverwerving makkelijker is. Kinderen worden beter in het onderscheiden van specifieke klanken uit hun moedertaal, en taalbegrip wordt minder gedreven door de feitelijke zintuiglijke input uit de omgeving. Dit betekent dat volwassen taalleerders mogelijk minder vertrouwen op wat ze horen en meer op wat ze weten. Dit kan taalwerverving moeilijker maken, omdat het volwassen brein misschien probeert om de klanken van de nieuwe taal te combineren met de kennis van de eerder geleerde taal. Desalniettemin verschillen kinderen en volwassenen ook op andere aspecten die van invloed zijn op taalverwerving en -verlies, zoals hun enthousiasme en hun bereidheid om fouten te maken. Hoewel het dus waar is dat kinderen makkelijker en vaker aspecten van hun taal verliezen, wordt de exacte reden hiervan niet volledig begrepen.

Taalverlies bij volwassenen
Taalverlies komt niet exclusief voor bij kinderen. Het blijft relevant gedurende ons hele leven, vooral bij sprekers die meer dan één taal gebruiken. Dit komt doordat we, wanneer we praten over taalverlies, het niet hebben over een compleet verlies van een taal, maar eerder over het vervangen van een taal. Dit betekent dat als een taal is vergeten, deze meestal is vervangen door een andere (recent geleerde) taal. Voordat mijn man naar Nederland verhuisde leerde hij Spaans, maar nadat hij verhuisd was verlegde hij zijn focus naar het leren van Nederlands. Toen we een Spaanssprekende vriend ontmoetten, was Lukte het hem helaas niet om zijn Spaans te oefenen. Hij vertelde ons dat na het zeggen van “hola” [hallo in het Spaans], er alleen maar Nederlandse woorden in zijn hoofd opkwamen. Betekent dit dat we slechts een beperkte capaciteit hebben om nieuwe talen te leren voordat we ze weer beginnen te vergeten ? Er is een onderzoek dat aantoont dat bij het tegelijkertijd leren van een tweede en derde taal, in tegenstelling tot het leren van alleen een tweede taal, de vaardigheid van de tweede taal niet vermindert. Deze resultaten geven aan dat het actief oefenen van de tweede taal tijdens het verwerven van een derde taal bescherming biedt tegen taalverlies.

Dus, kunnen we taal vergeten? Ja. Het oefenen van een taal is essentieel voor het behouden van goede vaardigheden, en deze oefening is nog belangrijker voor kinderen en sprekers die de taal nog niet volledig onder de knie hebben.

Schrijver: Cecilia Hustá
Redacteur: Ruth Corps
Nederlandse vertaling: Annelies van Wijngaarden
Duitse vertaling: Barbara Molz
Eindredactie: Sophie Slaats