Het beroemde gedachte-experiment van de Chinese kamer, bedacht door de taalfilosoof John Searle, trok voor het eerst mijn aandacht toen ik nog studeerde, omdat het een hele interessante vraag oproept over hoe de menselijke geest kennis over symbolen zoals woorden koppelt aan kennis over de betekenis van concepten. (Wil je meer weten over het verschil tussen een woord en een concept? Lees dan Guillermo’s blog De oneindige ruimte in je hoofd: De geboorte van conceptuele ruimtes).
De distributiehypothese van woordkennis
Een populair idee is dat de betekenis van een woord, zoals lucht, vrijheid of appel, is af te leiden uit het gezelschap waarin het woord zich bevindt. De betekenis van het woord appel zou bijvoorbeeld voortkomen uit het aantal keer dat het woord gebruikt wordt samen met de woorden boom, grond, gaarden, jam, taart, mes, maaltijd, restaurant, markt, eten, koken, landbouw etc. in verschillende contexten zoals boeken, gesprekken, tijdschriften, kranten, online media, WhatsApp-berichten etc. Dit idee heet de distributiehypothese, omdat het stelt dat de betekenis van een woord voortvloeit uit de manier waarop het woord in de daadwerkelijke taal die we in ons dagelijks leven gebruiken is ingebed of ‘gedistribueerd’. Misschien vraag je je nu af: kan de menselijke geest de betekenis van woorden werkelijk begrijpen puur op basis van het voorkomen van het woord in ons taalgebruik? Of is die vorm van begrip niets anders dan je ‘begrip’ van Chinese woorden in het gedachte-experiment, die min of meer neerkomt op het soort begrip dat kunstmatige intelligentie heeft? (Wil je meer weten over kunstmatig intelligente chatbots? Lees Naomi’s blog Het creëren van androids die over elektrische schapen dromen).
Hoe onze ervaringen onze kennis over de betekenis van woorden vormen
In het echte leven is een belangrijk deel van onze kennis over wat een woord als appel betekent inderdaad gebaseerd op onze kennis over welke woorden vaak samen met appel voorkomen. Dat komt doordat veel informatie die we verzamelen over feitjes, gebeurtenissen, activiteiten en objecten tot ons komt via taal, bijvoorbeeld door te lezen of naar anderen te luisteren. Hoewel we het vaak niet bewust doorhebben, kunnen we deze informatie gebruiken om een gefundeerde inschatting te maken van de betekenis van een woord dat we tegenkomen maar nog niet kennen. Je hebt waarschijnlijk nog nooit gehoord van het Chinese woord 地球, dìqiú of het woord पृथ्वी, pṛthvī, uit het Sanskriet. Maar stel je nu voor dat je het tegenkomt in een context van woorden waarvan je de betekenis wel kent zoals planten, klimaat, weilanden, klimaatverandering, lucht, vervuiling, bewerken, grond, groenten, fruit, en ook moeder, en zelfs dag, planeet, groen en Greta. Wat is je inschatting? Kon je de betekenis afleiden?
Omdat je de betekenis kent van de woorden die dìqiú en pṛthvī gezelschap houden kon je een beredeneerde inschatting maken. Intuïtief dacht je misschien ineens: “aarde”!
Maar in dit geval was je gok alleen maar mogelijk omdat je al op de hoogte was van het bestaan van het concept “aarde”, en omdat je al bekend was met de betekenissen van de andere woorden waarmee dìqiú en pṛthvī geassocieerd waren. Nu zou je je kunnen afvragen, “Hoe heb ik de betekenis van die woorden dan in eerste instantie geleerd?”. Uiteraard raken we bekend met de betekenissen van woorden als appel, aarde, lachen en blijdschap tijdens het leren van een taal omdat we ervaringen opdoen met de objecten, feiten en gevoelens waar die woorden naar verwijzen. Uiteindelijk is weten wat appel betekent, en dat een appel rood, rond en zoet is, kennis die we in de loop van de tijd opdoen door al onze ervaringen met het zien, aanraken, bijten in en eten van een appel. Deze ervaringen samen stellen ons in staat om een coherente betekenis van het woord appel te vormen. Daarom stellen sommige wetenschappers dat de betekenis van woorden niet geheel los gezien kan worden van de zintuiglijke waarnemingen en emoties waarmee we de wereld ervaren: als de woorden die we gebruiken losgekoppeld werden van deze ervaringen zouden we precies de persoon in het gedachte-experiment zijn die Chinees ‘leert’ spreken door simpelweg te leren hoe je Chinese woorden kan combineren tot zinnen.
Alles op een rijtje: hoe begrijpen mensen de betekenis van woorden?
Resultaten van breinonderzoek laten zien dat mensen gebruikmaken van zowel hun kennis over hoe woorden in dagelijks taalgebruik voorkomen als hun zintuiglijke en emotionele ervaringen van de wereld om de betekenissen van woorden te begrijpen. Beide processen zijn terug te zien in de activiteit van het brein. Als het brein de betekenis van een woord als blauw verwerkt, haalt het zowel informatie op over gerelateerde betekenissen van andere woorden die geassocieerd worden met blauw, zoals kleur, lucht, winter, zee en inkt, als informatie over onze ervaringen met het ding waar het naar verwijst in de echte wereld. Dat is dus hoe de menselijk geest anders werkt dan de kunstmatige geest van een computer. Die laatste kan geen verbinding leggen tussen de informatie die hij tot zich krijgt door te lezen en te praten met en luisteren naar anderen, en een ervaring met de wereld die ons mensen in staat stelt om werkelijk te begrijpen wat het betekent om een appel te zien, aan te raken of te eten. Het begrijpen van woorden is dus op zichzelf een unieke, menselijke ervaring!
Verder lezen
- Andrews, M., Frank, S., Vigliocco, G. (2014). Reconciling embodied and distributional accounts of meaning in language. Topics in Cognitive Science, 6(3), 359-370. doi: 10.1111/tops.12096. Epub 2014 Jun 17.
- Bi, Y. (2021). Dual coding of knowledge in the human brain. Trends in Cognitive Sciences, 25(10), 883–895. https://doi.org/10.1016/j.tics.2021.07.006
- Binder, J. R., Conant, L. L., Humphries, C. J., Fernandino, L., Simons, S. B., Aguilar, M., & Desai, R. H. (2016). Toward a brain-based componential semantic representation. Cognitive Neuropsychology, 33, 130-174.
- Carota, F., Nili, H., Pulvermüller, F., Kriegeskorte, N. (2020) Distinct fronto-temporal substrates of distributional and taxonomic similarity among words: evidence from RSA of BOLD signals. Neuroimage. 2021 Jan 1;224:117408. doi: 10.1016/j.neuroimage.2020.117408. Epub 2020 Oct 10. PMID: 33049407.
- Searle, John. R. (1980) Minds, brains, and programs. Behavioral and Brain Sciences 3 (3): 417-457.
Schrijver: Francesca Carota
Redacteuren: Dilay Karadoller
Nederlandse vertaling: Lynn Eekhof
Duitse vertaling: Natascha Roos
Eindredactie: Eva Poort